25. Wat is een RVU?
Dat is een regeling voor vervroegde uittreding.
26. Waarom een RVU?
De wetgever heeft met de Wet VPL beoogd om eerder stoppen met werken te ontmoedigen. Een gouden handdruk stamrecht zou vanwege het fiscale karakter periodiek uitgekeerd kunnen worden als overbrugging tot 65-jarige leeftijd. Dit heeft de wetgever niet beoogd vandaar de Regeling voor vervroegde uittreding.
27. Wat doet een RVU?
Deze heft een strafheffing conform artikel 32aa Wet LB 1964 als men aan de voorwaarden voor deze regeling voldoet.
28. Wat is de wettelijke definitie van een RVU?
Een regeling of een gedeelte van een regeling die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend ten doel heeft om voorafgaand aan het ingaan van de uitkeringen ingevolge een pensioenregeling of algemene ouderdomswet te voorzien in een of meer uitkeringen of verstrekkingen ter overbrugging van de periode tot het ingaan van het pensioen of de uitkeringen ingevolge de algemene ouderdomswet dan wel tot het aanvullen van uitkeringen ingevolge een pensioenregeling.
29. Valt alleen een uitkering uit een gouden handdruk stamrecht hieronder of ook de eenmalige uitkering?
Ook de eenmalige uitkeringen vallen hieronder.
30. Hoe wordt bepaald of er sprake is van een RVU?
Dit wordt bepaald aan de hand van de kwantitatieve toets en de kwalitatieve toets.
31. Wat houdt de kwalitatieve toets in?
Als een ontslaguitkering wordt gegeven met het oog op de mogelijkheid om eerder te stoppen met werken.
32. Wanneer is de kwalitatieve toets niet van toepassing?
Dit wordt in het besluit van 8 december 2005 verankerd en als de reden van ontslag gelegen is in reorganisatie of individueel ontslag. In beide gevallen mag het ontslag niet leeftijdsgerelateerd zijn. Als het ontslag niet gericht is op het ontslaan van oudere werknemers is er nooit sprake van een regeling voor vervroegde uittreding.
33. Mag de regeling worden voorgelegd?
Ja, hierin voorziet het zevende lid van artikel 32 aa van de wet op de loonbelasting. De inspecteur is gehouden om te beslissen of een bepaalde regeling wel of geen regeling voor vervroegde uittreding is.
34. Wie moet dit verzoek doen?
De werkgever moet dit verzoek doen.
35. Bij wie ligt de bewijslast?
De bewijslast ligt bij de inspecteur.
36. Welke toets moet eerst worden doorlopen?
Eerst moet de kwalitatieve toets worden doorlopen.
37. Wat betekent de kwantitatieve toets?
Dit is de toets als de kwalitatieve toets geen uitsluitsel geeft over het niet hebben van een RVU.
38. Wanneer gaat het pensioen in volgens de kwantitatieve toets?
Het pensioen gaat in als de pensioenregeling van de dienstbetrekking waaruit de werknemer is ontslagen in werking treedt.
39. Welke onderscheid wordt er gemaakt bij de kwantitatieve toets?
Stamrechten waarvan de uitkeringen bij toekenning vaststaat en stamrechten waarvan de uitkeringen bij toekenning nog niet vaststaan.
40. Welke toets moet er worden gedaan als de ingangsdatum vaststaat?
De 55-jaren toets en de 70%-toets.
41. Wat houdt de 55-jarentoets in?
Als de ingangsdatum van de uitkeringen bij leven vaststaat is het geen regeling voor vervroegde uittreding als de periodieke uitkeringen in ieder geval eindigen uiterlijk op de dag voordat de werknemer de 55-jarige leeftijd bereikt. Als extra voorwaarde geldt dat geen enkele uitkering hoger is dan het jaarloon van de dienstbetrekking waaruit de werknemer is ontslagen.
42. Wat houdt de 70%-toets in?
Als de uitkeringen vanuit een gouden handdruk stamrecht minder bedragen dan 70% van het laatstgenoten reguliere jaarloon is de regeling geen regeling voor vervroegde uittreding.
43. Over welke periode wordt er getoetste op de 70%-toets?
Alleen 24 maand voorafgaand aan de pensioendatum of AOW-gerechtigde leeftijd.
44. Als de uitkeringen niet vaststaan waarop wordt dan getoetst?
Er wordt eveneens getoetst op de 55-jarentoets en de 70% toets met dien verstande dat de periodieke uitkeringen in dat geval geacht worden in te gaan op het moment van toekenning.